Tot voor kort werd onze tuin vooral omschreven met termen als ‘een rommeltje’ (als vriendelijkste reactie) of ‘een sloppenwijk’ (de eerste indruk van het meisje dat een weekend bij ons logeerde toen we meededen aan het programma Puberruil). En terecht. Onze tuin lag nog helemaal gevuld met bouwmateriaal. Autobanden, houten balken, een bigbag met stampleem, bergen leem en zand, glazen raampjes, stapels tegels voor binnen, stapels terrastegels voor buiten, een voorraad mest, speciekuipen, emmers, enzovoort, enzovoort. En elke bult overdekt met plastic zeilen. Allemaal spul wat er met een heel specifieke reden lag te wachten om gebruikt te worden bij het afbouwen van ons huis. Maar een fijn uitzicht was het niet.